Vervoeging van compilar

Spaans

Nederlands

Indicativo presente

  • yo compilo
  • compilas
  • él/ella compila
  • nosotros compilamos
  • vosotros compiláis
  • ellos/ellas compilan

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik compileer
  • jij compileert
  • hij/zij/het compileert
  • wij compileren
  • jullie compileren
  • zij compileren

Indefinido

  • yo compilé
  • compilaste
  • él/ella compiló
  • nosotros compilamos
  • vosotros compilasteis
  • ellos/ellas compilaron

Onvoltooid verleden tijd

  • ik compileerde
  • jij compileerde
  • hij/zij/het compileerde
  • wij compileerden
  • jullie compileerden
  • zij compileerden

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he compilado
  • has compilado
  • él/ella ha compilado
  • nosotros hemos compilado
  • vosotros habéis compilado
  • ellos/ellas han compilado

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gecompileerd
  • jij hebt gecompileerd
  • hij/zij/het heeft gecompileerd
  • wij hebben gecompileerd
  • jullie hebben gecompileerd
  • zij hebben gecompileerd

Pluscuamperfecto

  • yo había compilado
  • habías compilado
  • él/ella había compilado
  • nosotros habíamos compilado
  • vosotros habíais compilado
  • ellos/ellas habían compilado

Voltooid verleden tijd

  • ik had gecompileerd
  • jij had gecompileerd
  • hij/zij/het had gecompileerd
  • wij hadden gecompileerd
  • jullie hadden gecompileerd
  • zij hadden gecompileerd

Futuro I

  • yo compilaré
  • compilarás
  • él/ella compilará
  • nosotros compilaremos
  • vosotros compilaréis
  • ellos/ellas compilarán

Toekomende tijd I

  • ik zal compileren
  • jij zult compileren
  • hij/zij/het zal compileren
  • wij zullen compileren
  • jullie zullen compileren
  • zij zullen compileren

Futuro perfecto

  • yo habré compilado
  • habrás compilado
  • él/ella habrá compilado
  • nosotros habremos compilado
  • vosotros habréis compilado
  • ellos/ellas habrán compilado

Toekomende tijd II

  • ik zal gecompileerd hebben
  • jij zult gecompileerd hebben
  • hij/zij/het zal gecompileerd hebben
  • wij zullen gecompileerd hebben
  • jullie zullen gecompileerd hebben
  • zij zullen gecompileerd hebben

Condicional

  • yo compilaría
  • compilarías
  • él/ella compilaría
  • nosotros compilaríamos
  • vosotros compilaríais
  • ellos/ellas compilarían

Conditionalis I

  • ik zou compileren
  • jij zou compileren
  • hij/zij/het zou compileren
  • wij zouden compileren
  • jullie zouden compileren
  • zij zouden compileren

Condicional perfecto

  • yo habría compilado
  • habrías compilado
  • él/ella habría compilado
  • nosotros habríamos compilado
  • vosotros habríais compilado
  • ellos/ellas habrían compilado

Conditionalis II

  • ik zou hebben gecompileerd
  • jij zou hebben gecompileerd
  • hij/zij/het zou hebben gecompileerd
  • wij zouden hebben gecompileerd
  • jullie zouden hebben gecompileerd
  • zij zouden hebben gecompileerd

Imperativo presente

  • compila
  • vosotros compilad

Imperatief

  • jij compileer
  • jullie compileert