Vervoeging van consignar
Onbepaalde wijs (infinitief): consignar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo consigno
- tú consignas
- él/ella consigna
- nosotros consignamos
- vosotros consignáis
- ellos/ellas consignan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik boek
- jij boekt
- hij/zij/het boekt
- wij boeken
- jullie boeken
- zij boeken
Indefinido
- yo consigné
- tú consignaste
- él/ella consignó
- nosotros consignamos
- vosotros consignasteis
- ellos/ellas consignaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik boekte
- jij boekte
- hij/zij/het boekte
- wij boekten
- jullie boekten
- zij boekten
Pretérito perfecto compuesto
- yo he consignado
- tú has consignado
- él/ella ha consignado
- nosotros hemos consignado
- vosotros habéis consignado
- ellos/ellas han consignado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geboekt
- jij hebt geboekt
- hij/zij/het heeft geboekt
- wij hebben geboekt
- jullie hebben geboekt
- zij hebben geboekt
Pluscuamperfecto
- yo había consignado
- tú habías consignado
- él/ella había consignado
- nosotros habíamos consignado
- vosotros habíais consignado
- ellos/ellas habían consignado
Voltooid verleden tijd
- ik had geboekt
- jij had geboekt
- hij/zij/het had geboekt
- wij hadden geboekt
- jullie hadden geboekt
- zij hadden geboekt
Futuro I
- yo consignaré
- tú consignarás
- él/ella consignará
- nosotros consignaremos
- vosotros consignaréis
- ellos/ellas consignarán
Toekomende tijd I
- ik zal boeken
- jij zult boeken
- hij/zij/het zal boeken
- wij zullen boeken
- jullie zullen boeken
- zij zullen boeken
Futuro perfecto
- yo habré consignado
- tú habrás consignado
- él/ella habrá consignado
- nosotros habremos consignado
- vosotros habréis consignado
- ellos/ellas habrán consignado
Toekomende tijd II
- ik zal geboekt hebben
- jij zult geboekt hebben
- hij/zij/het zal geboekt hebben
- wij zullen geboekt hebben
- jullie zullen geboekt hebben
- zij zullen geboekt hebben
Condicional
- yo consignaría
- tú consignarías
- él/ella consignaría
- nosotros consignaríamos
- vosotros consignaríais
- ellos/ellas consignarían
Conditionalis I
- ik zou boeken
- jij zou boeken
- hij/zij/het zou boeken
- wij zouden boeken
- jullie zouden boeken
- zij zouden boeken
Condicional perfecto
- yo habría consignado
- tú habrías consignado
- él/ella habría consignado
- nosotros habríamos consignado
- vosotros habríais consignado
- ellos/ellas habrían consignado
Conditionalis II
- ik zou hebben geboekt
- jij zou hebben geboekt
- hij/zij/het zou hebben geboekt
- wij zouden hebben geboekt
- jullie zouden hebben geboekt
- zij zouden hebben geboekt
Imperativo presente
- tú consigna
- vosotros consignad
Imperatief
- jij boek
- jullie boekt