Vervoeging van desempeñar
Onbepaalde wijs (infinitief): desempeñar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo desempeño
- tú desempeñas
- él/ella desempeña
- nosotros desempeñamos
- vosotros desempeñáis
- ellos/ellas desempeñan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bekleed
- jij bekleedt
- hij/zij/het bekleedt
- wij bekleden
- jullie bekleden
- zij bekleden
Indefinido
- yo desempeñé
- tú desempeñaste
- él/ella desempeñó
- nosotros desempeñamos
- vosotros desempeñasteis
- ellos/ellas desempeñaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik bekleedde
- jij bekleedde
- hij/zij/het bekleedde
- wij bekleedden
- jullie bekleedden
- zij bekleedden
Pretérito perfecto compuesto
- yo he desempeñado
- tú has desempeñado
- él/ella ha desempeñado
- nosotros hemos desempeñado
- vosotros habéis desempeñado
- ellos/ellas han desempeñado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bekleed
- jij hebt bekleed
- hij/zij/het heeft bekleed
- wij hebben bekleed
- jullie hebben bekleed
- zij hebben bekleed
Pluscuamperfecto
- yo había desempeñado
- tú habías desempeñado
- él/ella había desempeñado
- nosotros habíamos desempeñado
- vosotros habíais desempeñado
- ellos/ellas habían desempeñado
Voltooid verleden tijd
- ik had bekleed
- jij had bekleed
- hij/zij/het had bekleed
- wij hadden bekleed
- jullie hadden bekleed
- zij hadden bekleed
Futuro I
- yo desempeñaré
- tú desempeñarás
- él/ella desempeñará
- nosotros desempeñaremos
- vosotros desempeñaréis
- ellos/ellas desempeñarán
Toekomende tijd I
- ik zal bekleden
- jij zult bekleden
- hij/zij/het zal bekleden
- wij zullen bekleden
- jullie zullen bekleden
- zij zullen bekleden
Futuro perfecto
- yo habré desempeñado
- tú habrás desempeñado
- él/ella habrá desempeñado
- nosotros habremos desempeñado
- vosotros habréis desempeñado
- ellos/ellas habrán desempeñado
Toekomende tijd II
- ik zal bekleed hebben
- jij zult bekleed hebben
- hij/zij/het zal bekleed hebben
- wij zullen bekleed hebben
- jullie zullen bekleed hebben
- zij zullen bekleed hebben
Condicional
- yo desempeñaría
- tú desempeñarías
- él/ella desempeñaría
- nosotros desempeñaríamos
- vosotros desempeñaríais
- ellos/ellas desempeñarían
Conditionalis I
- ik zou bekleden
- jij zou bekleden
- hij/zij/het zou bekleden
- wij zouden bekleden
- jullie zouden bekleden
- zij zouden bekleden
Condicional perfecto
- yo habría desempeñado
- tú habrías desempeñado
- él/ella habría desempeñado
- nosotros habríamos desempeñado
- vosotros habríais desempeñado
- ellos/ellas habrían desempeñado
Conditionalis II
- ik zou hebben bekleed
- jij zou hebben bekleed
- hij/zij/het zou hebben bekleed
- wij zouden hebben bekleed
- jullie zouden hebben bekleed
- zij zouden hebben bekleed
Imperativo presente
- tú desempeña
- vosotros desempeñad
Imperatief
- jij bekleed
- jullie bekleedt