Vervoeging van machacar
Onbepaalde wijs (infinitief): machacar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo machaco
- tú machacas
- él/ella machaca
- nosotros machacamos
- vosotros machacáis
- ellos/ellas machacan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stamp
- jij stampt
- hij/zij/het stampt
- wij stampen
- jullie stampen
- zij stampen
Indefinido
- yo machaqué
- tú machacaste
- él/ella machacó
- nosotros machacamos
- vosotros machacasteis
- ellos/ellas machacaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik stampte
- jij stampte
- hij/zij/het stampte
- wij stampten
- jullie stampten
- zij stampten
Pretérito perfecto compuesto
- yo he machacado
- tú has machacado
- él/ella ha machacado
- nosotros hemos machacado
- vosotros habéis machacado
- ellos/ellas han machacado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gestampt
- jij hebt gestampt
- hij/zij/het heeft gestampt
- wij hebben gestampt
- jullie hebben gestampt
- zij hebben gestampt
Pluscuamperfecto
- yo había machacado
- tú habías machacado
- él/ella había machacado
- nosotros habíamos machacado
- vosotros habíais machacado
- ellos/ellas habían machacado
Voltooid verleden tijd
- ik had gestampt
- jij had gestampt
- hij/zij/het had gestampt
- wij hadden gestampt
- jullie hadden gestampt
- zij hadden gestampt
Futuro I
- yo machacaré
- tú machacarás
- él/ella machacará
- nosotros machacaremos
- vosotros machacaréis
- ellos/ellas machacarán
Toekomende tijd I
- ik zal stampen
- jij zult stampen
- hij/zij/het zal stampen
- wij zullen stampen
- jullie zullen stampen
- zij zullen stampen
Futuro perfecto
- yo habré machacado
- tú habrás machacado
- él/ella habrá machacado
- nosotros habremos machacado
- vosotros habréis machacado
- ellos/ellas habrán machacado
Toekomende tijd II
- ik zal gestampt hebben
- jij zult gestampt hebben
- hij/zij/het zal gestampt hebben
- wij zullen gestampt hebben
- jullie zullen gestampt hebben
- zij zullen gestampt hebben
Condicional
- yo machacaría
- tú machacarías
- él/ella machacaría
- nosotros machacaríamos
- vosotros machacaríais
- ellos/ellas machacarían
Conditionalis I
- ik zou stampen
- jij zou stampen
- hij/zij/het zou stampen
- wij zouden stampen
- jullie zouden stampen
- zij zouden stampen
Condicional perfecto
- yo habría machacado
- tú habrías machacado
- él/ella habría machacado
- nosotros habríamos machacado
- vosotros habríais machacado
- ellos/ellas habrían machacado
Conditionalis II
- ik zou hebben gestampt
- jij zou hebben gestampt
- hij/zij/het zou hebben gestampt
- wij zouden hebben gestampt
- jullie zouden hebben gestampt
- zij zouden hebben gestampt
Imperativo presente
- tú machaca
- vosotros machacad
Imperatief
- jij stamp
- jullie stampt