Vervoeging van marinar
Onbepaalde wijs (infinitief): marinar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo marino
- tú marinas
- él/ella marina
- nosotros marinamos
- vosotros marináis
- ellos/ellas marinan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik leg in
- jij legt in
- hij/zij/het legt in
- wij leggen in
- jullie leggen in
- zij leggen in
Indefinido
- yo mariné
- tú marinaste
- él/ella marinó
- nosotros marinamos
- vosotros marinasteis
- ellos/ellas marinaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik legde in
- jij legde in
- hij/zij/het legde in
- wij legden in
- jullie legden in
- zij legden in
Pretérito perfecto compuesto
- yo he marinado
- tú has marinado
- él/ella ha marinado
- nosotros hemos marinado
- vosotros habéis marinado
- ellos/ellas han marinado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingelegd
- jij hebt ingelegd
- hij/zij/het heeft ingelegd
- wij hebben ingelegd
- jullie hebben ingelegd
- zij hebben ingelegd
Pluscuamperfecto
- yo había marinado
- tú habías marinado
- él/ella había marinado
- nosotros habíamos marinado
- vosotros habíais marinado
- ellos/ellas habían marinado
Voltooid verleden tijd
- ik had ingelegd
- jij had ingelegd
- hij/zij/het had ingelegd
- wij hadden ingelegd
- jullie hadden ingelegd
- zij hadden ingelegd
Futuro I
- yo marinaré
- tú marinarás
- él/ella marinará
- nosotros marinaremos
- vosotros marinaréis
- ellos/ellas marinarán
Toekomende tijd I
- ik zal inleggen
- jij zult inleggen
- hij/zij/het zal inleggen
- wij zullen inleggen
- jullie zullen inleggen
- zij zullen inleggen
Futuro perfecto
- yo habré marinado
- tú habrás marinado
- él/ella habrá marinado
- nosotros habremos marinado
- vosotros habréis marinado
- ellos/ellas habrán marinado
Toekomende tijd II
- ik zal ingelegd hebben
- jij zult ingelegd hebben
- hij/zij/het zal ingelegd hebben
- wij zullen ingelegd hebben
- jullie zullen ingelegd hebben
- zij zullen ingelegd hebben
Condicional
- yo marinaría
- tú marinarías
- él/ella marinaría
- nosotros marinaríamos
- vosotros marinaríais
- ellos/ellas marinarían
Conditionalis I
- ik zou inleggen
- jij zou inleggen
- hij/zij/het zou inleggen
- wij zouden inleggen
- jullie zouden inleggen
- zij zouden inleggen
Condicional perfecto
- yo habría marinado
- tú habrías marinado
- él/ella habría marinado
- nosotros habríamos marinado
- vosotros habríais marinado
- ellos/ellas habrían marinado
Conditionalis II
- ik zou hebben ingelegd
- jij zou hebben ingelegd
- hij/zij/het zou hebben ingelegd
- wij zouden hebben ingelegd
- jullie zouden hebben ingelegd
- zij zouden hebben ingelegd
Imperativo presente
- tú marina
- vosotros marinad
Imperatief
- jij leg in
- jullie legt in