Vervoeging van mimar
Onbepaalde wijs (infinitief): mimar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo mimo
- tú mimas
- él/ella mima
- nosotros mimamos
- vosotros mimáis
- ellos/ellas miman
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bederf
- jij bederft
- hij/zij/het bederft
- wij bederven
- jullie bederven
- zij bederven
Indefinido
- yo mimé
- tú mimaste
- él/ella mimó
- nosotros mimamos
- vosotros mimasteis
- ellos/ellas mimaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik bedierf
- jij bedierf
- hij/zij/het bedierf
- wij bedierven
- jullie bedierven
- zij bedierven
Pretérito perfecto compuesto
- yo he mimado
- tú has mimado
- él/ella ha mimado
- nosotros hemos mimado
- vosotros habéis mimado
- ellos/ellas han mimado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bedorven
- jij hebt bedorven
- hij/zij/het heeft bedorven
- wij hebben bedorven
- jullie hebben bedorven
- zij hebben bedorven
Pluscuamperfecto
- yo había mimado
- tú habías mimado
- él/ella había mimado
- nosotros habíamos mimado
- vosotros habíais mimado
- ellos/ellas habían mimado
Voltooid verleden tijd
- ik had bedorven
- jij had bedorven
- hij/zij/het had bedorven
- wij hadden bedorven
- jullie hadden bedorven
- zij hadden bedorven
Futuro I
- yo mimaré
- tú mimarás
- él/ella mimará
- nosotros mimaremos
- vosotros mimaréis
- ellos/ellas mimarán
Toekomende tijd I
- ik zal bederven
- jij zult bederven
- hij/zij/het zal bederven
- wij zullen bederven
- jullie zullen bederven
- zij zullen bederven
Futuro perfecto
- yo habré mimado
- tú habrás mimado
- él/ella habrá mimado
- nosotros habremos mimado
- vosotros habréis mimado
- ellos/ellas habrán mimado
Toekomende tijd II
- ik zal bedorven hebben
- jij zult bedorven hebben
- hij/zij/het zal bedorven hebben
- wij zullen bedorven hebben
- jullie zullen bedorven hebben
- zij zullen bedorven hebben
Condicional
- yo mimaría
- tú mimarías
- él/ella mimaría
- nosotros mimaríamos
- vosotros mimaríais
- ellos/ellas mimarían
Conditionalis I
- ik zou bederven
- jij zou bederven
- hij/zij/het zou bederven
- wij zouden bederven
- jullie zouden bederven
- zij zouden bederven
Condicional perfecto
- yo habría mimado
- tú habrías mimado
- él/ella habría mimado
- nosotros habríamos mimado
- vosotros habríais mimado
- ellos/ellas habrían mimado
Conditionalis II
- ik zou hebben bedorven
- jij zou hebben bedorven
- hij/zij/het zou hebben bedorven
- wij zouden hebben bedorven
- jullie zouden hebben bedorven
- zij zouden hebben bedorven
Imperativo presente
- tú mima
- vosotros mimad
Imperatief
- jij bederf
- jullie bederft