Vervoeging van relinchar
Onbepaalde wijs (infinitief): relinchar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- él/ella relincha
- ellos/ellas relinchan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het hinnikt
- zij hinniken
Indefinido
- él/ella relinchó
- ellos/ellas relincharon
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het hinnikte
- zij hinnikten
Pretérito perfecto compuesto
- él/ella ha relinchado
- ellos/ellas han relinchado
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gehinnikt
- zij hebben gehinnikt
Pluscuamperfecto
- él/ella había relinchado
- ellos/ellas habían relinchado
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gehinnikt
- zij hadden gehinnikt
Futuro I
- él/ella relinchará
- ellos/ellas relincharán
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal hinniken
- zij zult hinniken
Futuro perfecto
- él/ella habrá relinchado
- ellos/ellas habrán relinchado
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gehinnikt hebben
- zij zult gehinnikt hebben
Condicional
- él/ella relincharía
- ellos/ellas relincharían
Conditionalis I
- hij/zij/het zal hinniken
- zij zullen hinniken
Condicional perfecto
- él/ella habría relinchado
- ellos/ellas habrían relinchado
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gehinnikt
- zij zullen hebben gehinnikt