Vervoeging van sisar
Onbepaalde wijs (infinitief): sisar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo siso
- tú sisas
- él/ella sisa
- nosotros sisamos
- vosotros sisáis
- ellos/ellas sisan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik licht op
- jij licht op
- hij/zij/het licht op
- wij lichten op
- jullie lichten op
- zij lichten op
Indefinido
- yo sisé
- tú sisaste
- él/ella sisó
- nosotros sisamos
- vosotros sisasteis
- ellos/ellas sisaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik lichtte op
- jij lichtte op
- hij/zij/het lichtte op
- wij lichtten op
- jullie lichtten op
- zij lichtten op
Pretérito perfecto compuesto
- yo he sisado
- tú has sisado
- él/ella ha sisado
- nosotros hemos sisado
- vosotros habéis sisado
- ellos/ellas han sisado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgelicht
- jij hebt opgelicht
- hij/zij/het heeft opgelicht
- wij hebben opgelicht
- jullie hebben opgelicht
- zij hebben opgelicht
Pluscuamperfecto
- yo había sisado
- tú habías sisado
- él/ella había sisado
- nosotros habíamos sisado
- vosotros habíais sisado
- ellos/ellas habían sisado
Voltooid verleden tijd
- ik had opgelicht
- jij had opgelicht
- hij/zij/het had opgelicht
- wij hadden opgelicht
- jullie hadden opgelicht
- zij hadden opgelicht
Futuro I
- yo sisaré
- tú sisarás
- él/ella sisará
- nosotros sisaremos
- vosotros sisaréis
- ellos/ellas sisarán
Toekomende tijd I
- ik zal oplichten
- jij zult oplichten
- hij/zij/het zal oplichten
- wij zullen oplichten
- jullie zullen oplichten
- zij zullen oplichten
Futuro perfecto
- yo habré sisado
- tú habrás sisado
- él/ella habrá sisado
- nosotros habremos sisado
- vosotros habréis sisado
- ellos/ellas habrán sisado
Toekomende tijd II
- ik zal opgelicht hebben
- jij zult opgelicht hebben
- hij/zij/het zal opgelicht hebben
- wij zullen opgelicht hebben
- jullie zullen opgelicht hebben
- zij zullen opgelicht hebben
Condicional
- yo sisaría
- tú sisarías
- él/ella sisaría
- nosotros sisaríamos
- vosotros sisaríais
- ellos/ellas sisarían
Conditionalis I
- ik zou oplichten
- jij zou oplichten
- hij/zij/het zou oplichten
- wij zouden oplichten
- jullie zouden oplichten
- zij zouden oplichten
Condicional perfecto
- yo habría sisado
- tú habrías sisado
- él/ella habría sisado
- nosotros habríamos sisado
- vosotros habríais sisado
- ellos/ellas habrían sisado
Conditionalis II
- ik zou hebben opgelicht
- jij zou hebben opgelicht
- hij/zij/het zou hebben opgelicht
- wij zouden hebben opgelicht
- jullie zouden hebben opgelicht
- zij zouden hebben opgelicht
Imperativo presente
- tú sisa
- vosotros sisad
Imperatief
- jij licht op
- jullie licht op