Vervoeging van subrayar

Vertaling: onderstrepen

Spaans

Nederlands

Indicativo presente

  • yo subrayo
  • subrayas
  • él/ella subraya
  • nosotros subrayamos
  • vosotros subrayáis
  • ellos/ellas subrayan

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik onderstreep
  • jij onderstreept
  • hij/zij/het onderstreept
  • wij onderstrepen
  • jullie onderstrepen
  • zij onderstrepen

Indefinido

  • yo subrayé
  • subrayaste
  • él/ella subrayó
  • nosotros subrayamos
  • vosotros subrayasteis
  • ellos/ellas subrayaron

Onvoltooid verleden tijd

  • ik onderstreepte
  • jij onderstreepte
  • hij/zij/het onderstreepte
  • wij onderstreepten
  • jullie onderstreepten
  • zij onderstreepten

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he subrayado
  • has subrayado
  • él/ella ha subrayado
  • nosotros hemos subrayado
  • vosotros habéis subrayado
  • ellos/ellas han subrayado

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb onderstreept
  • jij hebt onderstreept
  • hij/zij/het heeft onderstreept
  • wij hebben onderstreept
  • jullie hebben onderstreept
  • zij hebben onderstreept

Pluscuamperfecto

  • yo había subrayado
  • habías subrayado
  • él/ella había subrayado
  • nosotros habíamos subrayado
  • vosotros habíais subrayado
  • ellos/ellas habían subrayado

Voltooid verleden tijd

  • ik had onderstreept
  • jij had onderstreept
  • hij/zij/het had onderstreept
  • wij hadden onderstreept
  • jullie hadden onderstreept
  • zij hadden onderstreept

Futuro I

  • yo subrayaré
  • subrayarás
  • él/ella subrayará
  • nosotros subrayaremos
  • vosotros subrayaréis
  • ellos/ellas subrayarán

Toekomende tijd I

  • ik zal onderstrepen
  • jij zult onderstrepen
  • hij/zij/het zal onderstrepen
  • wij zullen onderstrepen
  • jullie zullen onderstrepen
  • zij zullen onderstrepen

Futuro perfecto

  • yo habré subrayado
  • habrás subrayado
  • él/ella habrá subrayado
  • nosotros habremos subrayado
  • vosotros habréis subrayado
  • ellos/ellas habrán subrayado

Toekomende tijd II

  • ik zal onderstreept hebben
  • jij zult onderstreept hebben
  • hij/zij/het zal onderstreept hebben
  • wij zullen onderstreept hebben
  • jullie zullen onderstreept hebben
  • zij zullen onderstreept hebben

Condicional

  • yo subrayaría
  • subrayarías
  • él/ella subrayaría
  • nosotros subrayaríamos
  • vosotros subrayaríais
  • ellos/ellas subrayarían

Conditionalis I

  • ik zou onderstrepen
  • jij zou onderstrepen
  • hij/zij/het zou onderstrepen
  • wij zouden onderstrepen
  • jullie zouden onderstrepen
  • zij zouden onderstrepen

Condicional perfecto

  • yo habría subrayado
  • habrías subrayado
  • él/ella habría subrayado
  • nosotros habríamos subrayado
  • vosotros habríais subrayado
  • ellos/ellas habrían subrayado

Conditionalis II

  • ik zou hebben onderstreept
  • jij zou hebben onderstreept
  • hij/zij/het zou hebben onderstreept
  • wij zouden hebben onderstreept
  • jullie zouden hebben onderstreept
  • zij zouden hebben onderstreept

Imperativo presente

  • subraya
  • vosotros subrayad

Imperatief

  • jij onderstreep
  • jullie onderstreept