Vervoeging van timar
Onbepaalde wijs (infinitief): timar
Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo timo
- tú timas
- él/ella tima
- nosotros timamos
- vosotros timáis
- ellos/ellas timan
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik druk achterover
- jij drukt achterover
- hij/zij/het drukt achterover
- wij drukken achterover
- jullie drukken achterover
- zij drukken achterover
Indefinido
- yo timé
- tú timaste
- él/ella timó
- nosotros timamos
- vosotros timasteis
- ellos/ellas timaron
Onvoltooid verleden tijd
- ik drukte achterover
- jij drukte achterover
- hij/zij/het drukte achterover
- wij drukten achterover
- jullie drukten achterover
- zij drukten achterover
Pretérito perfecto compuesto
- yo he timado
- tú has timado
- él/ella ha timado
- nosotros hemos timado
- vosotros habéis timado
- ellos/ellas han timado
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb achterovergedrukt
- jij hebt achterovergedrukt
- hij/zij/het heeft achterovergedrukt
- wij hebben achterovergedrukt
- jullie hebben achterovergedrukt
- zij hebben achterovergedrukt
Pluscuamperfecto
- yo había timado
- tú habías timado
- él/ella había timado
- nosotros habíamos timado
- vosotros habíais timado
- ellos/ellas habían timado
Voltooid verleden tijd
- ik had achterovergedrukt
- jij had achterovergedrukt
- hij/zij/het had achterovergedrukt
- wij hadden achterovergedrukt
- jullie hadden achterovergedrukt
- zij hadden achterovergedrukt
Futuro I
- yo timaré
- tú timarás
- él/ella timará
- nosotros timaremos
- vosotros timaréis
- ellos/ellas timarán
Toekomende tijd I
- ik zal achteroverdrukken
- jij zult achteroverdrukken
- hij/zij/het zal achteroverdrukken
- wij zullen achteroverdrukken
- jullie zullen achteroverdrukken
- zij zullen achteroverdrukken
Futuro perfecto
- yo habré timado
- tú habrás timado
- él/ella habrá timado
- nosotros habremos timado
- vosotros habréis timado
- ellos/ellas habrán timado
Toekomende tijd II
- ik zal achterovergedrukt hebben
- jij zult achterovergedrukt hebben
- hij/zij/het zal achterovergedrukt hebben
- wij zullen achterovergedrukt hebben
- jullie zullen achterovergedrukt hebben
- zij zullen achterovergedrukt hebben
Condicional
- yo timaría
- tú timarías
- él/ella timaría
- nosotros timaríamos
- vosotros timaríais
- ellos/ellas timarían
Conditionalis I
- ik zou achteroverdrukken
- jij zou achteroverdrukken
- hij/zij/het zou achteroverdrukken
- wij zouden achteroverdrukken
- jullie zouden achteroverdrukken
- zij zouden achteroverdrukken
Condicional perfecto
- yo habría timado
- tú habrías timado
- él/ella habría timado
- nosotros habríamos timado
- vosotros habríais timado
- ellos/ellas habrían timado
Conditionalis II
- ik zou hebben achterovergedrukt
- jij zou hebben achterovergedrukt
- hij/zij/het zou hebben achterovergedrukt
- wij zouden hebben achterovergedrukt
- jullie zouden hebben achterovergedrukt
- zij zouden hebben achterovergedrukt
Imperativo presente
- tú tima
- vosotros timad
Imperatief
- jij druk achterover
- jullie drukt achterover