Vervoeging van négliger
Onbepaalde wijs (infinitief): négliger
Frans
Nederlands
Présent
- je néglige
- tu négliges
- il/elle néglige
- nous négligeons
- vous négligez
- ils/elles négligent
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stel achter
- jij stelt achter
- hij/zij/het stelt achter
- wij stellen achter
- jullie stellen achter
- zij stellen achter
Indicatif imparfait
- je négligeais
- tu négligeais
- il/elle négligeait
- nous négligions
- vous négligiez
- ils/elles négligeaient
Onvoltooid verleden tijd
- ik stelde achter
- jij stelde achter
- hij/zij/het stelde achter
- wij stelden achter
- jullie stelden achter
- zij stelden achter
Indicatif passé composé
- j'ai négligé
- tu as négligé
- il/elle a négligé
- nous avons négligé
- vous avez négligé
- ils/elles ont négligé
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb achtergesteld
- jij hebt achtergesteld
- hij/zij/het heeft achtergesteld
- wij hebben achtergesteld
- jullie hebben achtergesteld
- zij hebben achtergesteld
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais négligé
- tu avais négligé
- il/elle avait négligé
- nous avions négligé
- vous aviez négligé
- ils/elles avaient négligé
Voltooid verleden tijd
- ik had achtergesteld
- jij had achtergesteld
- hij/zij/het had achtergesteld
- wij hadden achtergesteld
- jullie hadden achtergesteld
- zij hadden achtergesteld
Indicatif futur
- je négligerai
- tu négligeras
- il/elle négligera
- nous négligerons
- vous négligerez
- ils/elles négligeront
Toekomende tijd I
- ik zal achterstellen
- jij zult achterstellen
- hij/zij/het zal achterstellen
- wij zullen achterstellen
- jullie zullen achterstellen
- zij zullen achterstellen
Indicatif futur antérieur
- j'aurai négligé
- tu auras négligé
- il/elle aura négligé
- nous aurons négligé
- vous aurez négligé
- ils/elles auront négligé
Toekomende tijd II
- ik zal achtergesteld hebben
- jij zult achtergesteld hebben
- hij/zij/het zal achtergesteld hebben
- wij zullen achtergesteld hebben
- jullie zullen achtergesteld hebben
- zij zullen achtergesteld hebben
Conditionnel présent
- je négligerais
- tu négligerais
- il/elle négligerait
- nous négligerions
- vous négligeriez
- ils/elles négligeraient
Conditionalis I
- ik zou achterstellen
- jij zou achterstellen
- hij/zij/het zou achterstellen
- wij zouden achterstellen
- jullie zouden achterstellen
- zij zouden achterstellen
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais négligé
- tu aurais négligé
- il/elle aurait négligé
- nous aurions négligé
- vous auriez négligé
- ils/elles auraient négligé
Conditionalis II
- ik zou hebben achtergesteld
- jij zou hebben achtergesteld
- hij/zij/het zou hebben achtergesteld
- wij zouden hebben achtergesteld
- jullie zouden hebben achtergesteld
- zij zouden hebben achtergesteld
Impératif
- tu néglige
- vous négligez
Imperatief
- jij stel achter
- jullie stelt achter