Vervoeging van saper
Onbepaalde wijs (infinitief): saper
Frans
Nederlands
Présent
- je sape
- tu sapes
- il/elle sape
- nous sapons
- vous sapez
- ils/elles sapent
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ondergraaf
- jij ondergraaft
- hij/zij/het ondergraaft
- wij ondergraven
- jullie ondergraven
- zij ondergraven
Indicatif imparfait
- je sapais
- tu sapais
- il/elle sapait
- nous sapions
- vous sapiez
- ils/elles sapaient
Onvoltooid verleden tijd
- ik ondergroef
- jij ondergroef
- hij/zij/het ondergroef
- wij ondergroeven
- jullie ondergroeven
- zij ondergroeven
Indicatif passé composé
- j'ai sapé
- tu as sapé
- il/elle a sapé
- nous avons sapé
- vous avez sapé
- ils/elles ont sapé
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ondergraven
- jij hebt ondergraven
- hij/zij/het heeft ondergraven
- wij hebben ondergraven
- jullie hebben ondergraven
- zij hebben ondergraven
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais sapé
- tu avais sapé
- il/elle avait sapé
- nous avions sapé
- vous aviez sapé
- ils/elles avaient sapé
Voltooid verleden tijd
- ik had ondergraven
- jij had ondergraven
- hij/zij/het had ondergraven
- wij hadden ondergraven
- jullie hadden ondergraven
- zij hadden ondergraven
Indicatif futur
- je saperai
- tu saperas
- il/elle sapera
- nous saperons
- vous saperez
- ils/elles saperont
Toekomende tijd I
- ik zal ondergraven
- jij zult ondergraven
- hij/zij/het zal ondergraven
- wij zullen ondergraven
- jullie zullen ondergraven
- zij zullen ondergraven
Indicatif futur antérieur
- j'aurai sapé
- tu auras sapé
- il/elle aura sapé
- nous aurons sapé
- vous aurez sapé
- ils/elles auront sapé
Toekomende tijd II
- ik zal ondergraven hebben
- jij zult ondergraven hebben
- hij/zij/het zal ondergraven hebben
- wij zullen ondergraven hebben
- jullie zullen ondergraven hebben
- zij zullen ondergraven hebben
Conditionnel présent
- je saperais
- tu saperais
- il/elle saperait
- nous saperions
- vous saperiez
- ils/elles saperaient
Conditionalis I
- ik zou ondergraven
- jij zou ondergraven
- hij/zij/het zou ondergraven
- wij zouden ondergraven
- jullie zouden ondergraven
- zij zouden ondergraven
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais sapé
- tu aurais sapé
- il/elle aurait sapé
- nous aurions sapé
- vous auriez sapé
- ils/elles auraient sapé
Conditionalis II
- ik zou hebben ondergraven
- jij zou hebben ondergraven
- hij/zij/het zou hebben ondergraven
- wij zouden hebben ondergraven
- jullie zouden hebben ondergraven
- zij zouden hebben ondergraven
Impératif
- tu sape
- vous sapez
Imperatief
- jij ondergraaf
- jullie ondergraaft