Vervoeging van taquiner
Onbepaalde wijs (infinitief): taquiner
Frans
Nederlands
Présent
- je taquine
- tu taquines
- il/elle taquine
- nous taquinons
- vous taquinez
- ils/elles taquinent
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik plaag
- jij plaagt
- hij/zij/het plaagt
- wij plagen
- jullie plagen
- zij plagen
Indicatif imparfait
- je taquinais
- tu taquinais
- il/elle taquinait
- nous taquinions
- vous taquiniez
- ils/elles taquinaient
Onvoltooid verleden tijd
- ik plaagde
- jij plaagde
- hij/zij/het plaagde
- wij plaagden
- jullie plaagden
- zij plaagden
Indicatif passé composé
- j'ai taquiné
- tu as taquiné
- il/elle a taquiné
- nous avons taquiné
- vous avez taquiné
- ils/elles ont taquiné
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geplaagd
- jij hebt geplaagd
- hij/zij/het heeft geplaagd
- wij hebben geplaagd
- jullie hebben geplaagd
- zij hebben geplaagd
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais taquiné
- tu avais taquiné
- il/elle avait taquiné
- nous avions taquiné
- vous aviez taquiné
- ils/elles avaient taquiné
Voltooid verleden tijd
- ik had geplaagd
- jij had geplaagd
- hij/zij/het had geplaagd
- wij hadden geplaagd
- jullie hadden geplaagd
- zij hadden geplaagd
Indicatif futur
- je taquinerai
- tu taquineras
- il/elle taquinera
- nous taquinerons
- vous taquinerez
- ils/elles taquineront
Toekomende tijd I
- ik zal plagen
- jij zult plagen
- hij/zij/het zal plagen
- wij zullen plagen
- jullie zullen plagen
- zij zullen plagen
Indicatif futur antérieur
- j'aurai taquiné
- tu auras taquiné
- il/elle aura taquiné
- nous aurons taquiné
- vous aurez taquiné
- ils/elles auront taquiné
Toekomende tijd II
- ik zal geplaagd hebben
- jij zult geplaagd hebben
- hij/zij/het zal geplaagd hebben
- wij zullen geplaagd hebben
- jullie zullen geplaagd hebben
- zij zullen geplaagd hebben
Conditionnel présent
- je taquinerais
- tu taquinerais
- il/elle taquinerait
- nous taquinerions
- vous taquineriez
- ils/elles taquineraient
Conditionalis I
- ik zou plagen
- jij zou plagen
- hij/zij/het zou plagen
- wij zouden plagen
- jullie zouden plagen
- zij zouden plagen
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais taquiné
- tu aurais taquiné
- il/elle aurait taquiné
- nous aurions taquiné
- vous auriez taquiné
- ils/elles auraient taquiné
Conditionalis II
- ik zou hebben geplaagd
- jij zou hebben geplaagd
- hij/zij/het zou hebben geplaagd
- wij zouden hebben geplaagd
- jullie zouden hebben geplaagd
- zij zouden hebben geplaagd
Impératif
- tu taquine
- vous taquinez
Imperatief
- jij plaag
- jullie plaagt