Vervoeging van analizzare
Onbepaalde wijs (infinitief): analizzare
Italiaans
Nederlands
Presente
- io analizzo
- tu analizzi
- lui/lei/Lei analizza
- noi analizziamo
- voi/Voi analizzate
- loro/Loro analizzano
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik analyseer
- jij analyseert
- hij/zij/het analyseert
- wij analyseren
- jullie analyseren
- zij analyseren
Imperfetto
- io analizzavo
- tu analizzavi
- lui/lei/Lei analizzava
- noi analizzavamo
- voi/Voi analizzavate
- loro/Loro analizzavano
Onvoltooid verleden tijd
- ik analyseerde
- jij analyseerde
- hij/zij/het analyseerde
- wij analyseerden
- jullie analyseerden
- zij analyseerden
Passato prossimo
- io ho analizzato
- tu hai analizzato
- lui/lei/Lei ha analizzato
- noi abbiamo analizzato
- voi/Voi avete analizzato
- loro/Loro hanno analizzato
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geanalyseerd
- jij hebt geanalyseerd
- hij/zij/het heeft geanalyseerd
- wij hebben geanalyseerd
- jullie hebben geanalyseerd
- zij hebben geanalyseerd
Trapassato prossimo
- io avevo analizzato
- tu avevi analizzato
- lui/lei/Lei aveva analizzato
- noi avevamo analizzato
- voi/Voi avevate analizzato
- loro/Loro avevano analizzato
Voltooid verleden tijd
- ik had geanalyseerd
- jij had geanalyseerd
- hij/zij/het had geanalyseerd
- wij hadden geanalyseerd
- jullie hadden geanalyseerd
- zij hadden geanalyseerd
Futuro semplice
- io analizzerò
- tu analizzerai
- lui/lei/Lei analizzerà
- noi analizzeremo
- voi/Voi analizzerete
- loro/Loro analizzeranno
Toekomende tijd I
- ik zal analyseren
- jij zult analyseren
- hij/zij/het zal analyseren
- wij zullen analyseren
- jullie zullen analyseren
- zij zullen analyseren
Futuro anteriore
- io avrò analizzato
- tu avrai analizzato
- lui/lei/Lei avrà analizzato
- noi avremo analizzato
- voi/Voi avrete analizzato
- loro/Loro avranno analizzato
Toekomende tijd II
- ik zal geanalyseerd hebben
- jij zult geanalyseerd hebben
- hij/zij/het zal geanalyseerd hebben
- wij zullen geanalyseerd hebben
- jullie zullen geanalyseerd hebben
- zij zullen geanalyseerd hebben
Condizionale presente
- io analizzerei
- tu analizzeresti
- lui/lei/Lei analizzerebbe
- noi analizzeremmo
- voi/Voi analizzereste
- loro/Loro analizzerebbero
Conditionalis I
- ik zou analyseren
- jij zou analyseren
- hij/zij/het zou analyseren
- wij zouden analyseren
- jullie zouden analyseren
- zij zouden analyseren
Condizionale passato
- io avrei analizzato
- tu avresti analizzato
- lui/lei/Lei avrebbe analizzato
- noi avremmo analizzato
- voi/Voi avreste analizzato
- loro/Loro avrebbero analizzato
Conditionalis II
- ik zou hebben geanalyseerd
- jij zou hebben geanalyseerd
- hij/zij/het zou hebben geanalyseerd
- wij zouden hebben geanalyseerd
- jullie zouden hebben geanalyseerd
- zij zouden hebben geanalyseerd
Imperativo
- tu analizza
- voi/Voi analizzate
Imperatief
- jij analyseer
- jullie analyseert