Vervoeging van dirigere
Onbepaalde wijs (infinitief): dirigere
Italiaans
Nederlands
Presente
- io dirigo
- tu dirigi
- lui/lei/Lei dirige
- noi dirigiamo
- voi/Voi dirigete
- loro/Loro dirigono
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bestuur
- jij bestuurt
- hij/zij/het bestuurt
- wij besturen
- jullie besturen
- zij besturen
Imperfetto
- io dirigevo
- tu dirigevi
- lui/lei/Lei dirigeva
- noi dirigevamo
- voi/Voi dirigevate
- loro/Loro dirigevano
Onvoltooid verleden tijd
- ik bestuurde
- jij bestuurde
- hij/zij/het bestuurde
- wij bestuurden
- jullie bestuurden
- zij bestuurden
Passato prossimo
- io ho diretto
- tu hai diretto
- lui/lei/Lei ha diretto
- noi abbiamo diretto
- voi/Voi avete diretto
- loro/Loro hanno diretto
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bestuurd
- jij hebt bestuurd
- hij/zij/het heeft bestuurd
- wij hebben bestuurd
- jullie hebben bestuurd
- zij hebben bestuurd
Trapassato prossimo
- io avevo diretto
- tu avevi diretto
- lui/lei/Lei aveva diretto
- noi avevamo diretto
- voi/Voi avevate diretto
- loro/Loro avevano diretto
Voltooid verleden tijd
- ik had bestuurd
- jij had bestuurd
- hij/zij/het had bestuurd
- wij hadden bestuurd
- jullie hadden bestuurd
- zij hadden bestuurd
Futuro semplice
- io dirigerò
- tu dirigerai
- lui/lei/Lei dirigerà
- noi dirigeremo
- voi/Voi dirigerete
- loro/Loro dirigeranno
Toekomende tijd I
- ik zal besturen
- jij zult besturen
- hij/zij/het zal besturen
- wij zullen besturen
- jullie zullen besturen
- zij zullen besturen
Futuro anteriore
- io avrò diretto
- tu avrai diretto
- lui/lei/Lei avrà diretto
- noi avremo diretto
- voi/Voi avrete diretto
- loro/Loro avranno diretto
Toekomende tijd II
- ik zal bestuurd hebben
- jij zult bestuurd hebben
- hij/zij/het zal bestuurd hebben
- wij zullen bestuurd hebben
- jullie zullen bestuurd hebben
- zij zullen bestuurd hebben
Condizionale presente
- io dirigerei
- tu dirigeresti
- lui/lei/Lei dirigerebbe
- noi dirigeremmo
- voi/Voi dirigereste
- loro/Loro dirigerebbero
Conditionalis I
- ik zou besturen
- jij zou besturen
- hij/zij/het zou besturen
- wij zouden besturen
- jullie zouden besturen
- zij zouden besturen
Condizionale passato
- io avrei diretto
- tu avresti diretto
- lui/lei/Lei avrebbe diretto
- noi avremmo diretto
- voi/Voi avreste diretto
- loro/Loro avrebbero diretto
Conditionalis II
- ik zou hebben bestuurd
- jij zou hebben bestuurd
- hij/zij/het zou hebben bestuurd
- wij zouden hebben bestuurd
- jullie zouden hebben bestuurd
- zij zouden hebben bestuurd
Imperativo
- tu dirigi
- voi/Voi dirigete
Imperatief
- jij bestuur
- jullie bestuurt