Vervoeging van licenziare
Onbepaalde wijs (infinitief): licenziare
Italiaans
Nederlands
Presente
- io licenzio
- tu licenzi
- lui/lei/Lei licenzia
- noi licenziamo
- voi/Voi licenziate
- loro/Loro licenziano
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dank af
- jij dankt af
- hij/zij/het dankt af
- wij danken af
- jullie danken af
- zij danken af
Imperfetto
- io licenziavo
- tu licenziavi
- lui/lei/Lei licenziava
- noi licenziavamo
- voi/Voi licenziavate
- loro/Loro licenziavano
Onvoltooid verleden tijd
- ik dankte af
- jij dankte af
- hij/zij/het dankte af
- wij dankten af
- jullie dankten af
- zij dankten af
Passato prossimo
- io ho licenziato
- tu hai licenziato
- lui/lei/Lei ha licenziato
- noi abbiamo licenziato
- voi/Voi avete licenziato
- loro/Loro hanno licenziato
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb afgedankt
- jij hebt afgedankt
- hij/zij/het heeft afgedankt
- wij hebben afgedankt
- jullie hebben afgedankt
- zij hebben afgedankt
Trapassato prossimo
- io avevo licenziato
- tu avevi licenziato
- lui/lei/Lei aveva licenziato
- noi avevamo licenziato
- voi/Voi avevate licenziato
- loro/Loro avevano licenziato
Voltooid verleden tijd
- ik had afgedankt
- jij had afgedankt
- hij/zij/het had afgedankt
- wij hadden afgedankt
- jullie hadden afgedankt
- zij hadden afgedankt
Futuro semplice
- io licenzierò
- tu licenzierai
- lui/lei/Lei licenzierà
- noi licenzieremo
- voi/Voi licenzierete
- loro/Loro licenzieranno
Toekomende tijd I
- ik zal afdanken
- jij zult afdanken
- hij/zij/het zal afdanken
- wij zullen afdanken
- jullie zullen afdanken
- zij zullen afdanken
Futuro anteriore
- io avrò licenziato
- tu avrai licenziato
- lui/lei/Lei avrà licenziato
- noi avremo licenziato
- voi/Voi avrete licenziato
- loro/Loro avranno licenziato
Toekomende tijd II
- ik zal afgedankt hebben
- jij zult afgedankt hebben
- hij/zij/het zal afgedankt hebben
- wij zullen afgedankt hebben
- jullie zullen afgedankt hebben
- zij zullen afgedankt hebben
Condizionale presente
- io licenzierei
- tu licenzieresti
- lui/lei/Lei licenzierebbe
- noi licenzieremmo
- voi/Voi licenziereste
- loro/Loro licenzierebbero
Conditionalis I
- ik zou afdanken
- jij zou afdanken
- hij/zij/het zou afdanken
- wij zouden afdanken
- jullie zouden afdanken
- zij zouden afdanken
Condizionale passato
- io avrei licenziato
- tu avresti licenziato
- lui/lei/Lei avrebbe licenziato
- noi avremmo licenziato
- voi/Voi avreste licenziato
- loro/Loro avrebbero licenziato
Conditionalis II
- ik zou hebben afgedankt
- jij zou hebben afgedankt
- hij/zij/het zou hebben afgedankt
- wij zouden hebben afgedankt
- jullie zouden hebben afgedankt
- zij zouden hebben afgedankt
Imperativo
- tu licenzia
- voi/Voi licenziate
Imperatief
- jij dank af
- jullie dankt af