Nederlandse woorden met een I

in de plaats stellen
in de plaats stellen van
in de praktijk
in de praktijk brengen
in de puberteit komen
in de rij
in de rij gaan staan
in de rij zetten
in de rol van
in de schaduw stellen
in de schuld staan
in de smiezen krijgen
in de steek laten
in de trein
in de vierde naamval zetten
in de volksmond
in de vroegte
in de waan verkeren
in de wacht slepen
in de war
in de war brengen
in de was zetten
in de week zetten
in de zomer
in de zon laten drogen
in demi-reliëf uitgevoerd
in den blinde
in der minne
in details behandelen
in dienst nemen
in dienst treden
in dier voege
in discrediet brengen
in disorde brengen
in dit verband
in drievoud
in dubio staan
in duplo
in een ander alfabet overzetten
in een auto stappen
in een handomdraai
in een hinderlaag laten lopen
in een hinderlaag liggen
in een lijst zetten
in een mum van tijd
in een oogwenk
in een rij
in een rij opstellen
in een wip
in elk geval
in elkaar duiken
in elkaar passen
in ellende verkeren
in ernst
in essentie
in evenwicht zijn
in extenso
in extremis
in extremo
in gedachten verzonken
in geen geval
in geen velden of wegen
in gerechtelijke bewaring stellen
in gesprek
in gevaar brengen
in gevaar stellen
in geval van
in goede staat verkerend
in goeden doen zijn
in grote hoeveelheden fabriceren
in het algemeen
in het Arabisch
in het begin
in het bijzonder
in het buitenland
in het Engels
in het geheim
in het gelijk stellen
in het geval dat
in het groot
in het hele
in het huwelijk treden
in het klein
in het klein verkopen
in het kwadraat verheffen
in het licht van
in het midden van
in het minst niet
in het net schrijven
in het oog krijgen
in het oog vallend
in het openbaar
in het rond
in het vervolg
in het voorbijgaan
in het water vallen
in het wild levende dieren
in het zout leggen
in hoeverre
in hoge mate
in horizontale richting
in ieder geval
in kassen kweken
in kennis stellen
in kwestie
in leven houden
in lichterlaaie
in morsetekens seinen
in naam
in naam van
in omloop
in omloop brengen
in omloop zijn
in omloop zijnd
in onbruik geraakt
in onbruik raken
in opspraak brengen
in opstand komen
in optima forma
in orde
in overeenstemming brengen
in overeenstemming met
in overeenstemming zijn
in overvloed
in overvloed aanwezig zijn
in pacht hebben
in persona
in plaats daarvan
in plaats van
in pleno
in principe
in rang opklimmen
in rekening brengen
in rijen
in ruste
in schijn
in schoven binden
in scène zetten
in slaap doen vallen
in slaap vallen
in slaap wiegen
in slagorde opstellen
in spe
in staat stellen
in staat te betalen
in staat zijn
in stede van
in stof uiteenvallen
in strijd met
in stukken slaan
in stukken uiteen doen vallen
in tegenspraak zijn met
in theorie
in toenemende mate
in toepassing brengen
in toom houden
in toorn ontsteken
in totaal
in trek zijn
in triplo
in tweedehands goederen handelen
in twijfel trekken
in veiligheid brengen
in verband brengen
in verband met
in vergelijking met
in verlegenheid
in verlegenheid brengen
in verrukking brengen
in verrukking raken
in verval raken
in verval zijn
in vervoering brengen
in vervulling gaan
in verwachting
in verwachting raken
in verwarring brengen
in verzekerde bewaring nemen
in verzoeking brengen
in vivo
in vlammen uitbarsten
in voorraad
in wanorde brengen
in weerwil van
in wezen
in zich opnemen
in zicht komen
in zijn eentje
in zijn vuistje lachen
in zijn werk gaan
in zijn zak steken
in zwang
in zwijm vallen
in één ruk
in-crowd
inacceptabel
inaccessibel
inaccuraat
inachtneming
inactief